143
„Wij hebben het u immers gezegd, dat gij het niet
begrijpen zoudt."
„Zoudt gij gaarne in ons midden terugkeeren
„O neenwij zijn hier overgelukkig."
„Waar houdt gij tegenwoordig uw verblijf?"
„Op Jupiter."
„Is het u gegeven de gedachten dermenschen teraden?"
„Neen, alleen der opperste magt."
Zijt gij daarmede in onmiddelijke aanraking?"
„Beeds eenmaal is u gezegd, dat wij op zulke vragen
geen antwoord geven."
Verscheidene avonden bragten wij aldus vragende door,
zonder dat de antwoorden ons veel verder bragten.
Alleen stelden zij ons in staat, gevolgtrekkingen te maken,
deze te toetsen aan de feiten, welke wij gezien hadden,
en daaruit een besluit te vormen.
Tot slot zal ik eene korte recapitulatie van het ge
heel houden.
Ik heb u trachten te overtuigen, dat het medium
ter goeder trouw handelde. Is mij dit gelukt, dan kan
ik daar verder op voortbouwen.
Het in beweging brengen van de tafel, kan dan niet
meer als een gevolg van bedrog beschouwd worden;
het schrijven is dan niet iets, dat van het medium
afhangt, daar deze geheel lijdelijk bij de zaak isde
handteekeningen zijn dan werkelijk afkomstig van hunne
vroegere eigenarenhet overbrengen der voorwerpen
uit alle hoeken der kamer op de tafel, is dan door
onzigtbare magten geschied.
Wat de aanraking door onzigtbare handen aangaat;
berust de waarheid op de getuigenis van 2 personen.,
Dat alles moet toch door iemand gedaan zijn?