58
Toen de strenge vorst, in het begin van het jaar
1868 maar al te zeer haar kracht uitoefende op hen,
die zich' niet tegen haar konden beschutten, en er
daardoor in de stad onzer inwoning langzamerhand eene
ellende en een gebrek ontstondendie alleen konden
verholpen en verzacht worden door hen, welke milder
bedeeld waren: toen men langs markt en straten de
in lompen gehulde bewoners der achterbuurten om een
penningske zag bedelenwerd men weldra met het lot
der ongelukkigen begaan en de edele karaktertrek der
Nederlanders weder kenbaar, waardoor zij zich steeds
van andere natiën hebben onderscheiden. De zoo zeer
geroemde en alom bekende Hollandsche liefdadigheid
liet zich ook hier niet wachten, en zij, die om hulpe
schreidenwerden geholpen. Men gaf Concerten als
anderzins en de opbrengst daarvan werd ten nutte der
algemeene armen besteed. Konden dan ook wij, Kadets,
bij dit achterblijven, die, meer dan eens, waar een
ongelukkige moest gered worden, toonden voor onzen
armen nevenmensch een offer der liefde over te hebben?...
Immers neen? Onze toenmalige Gouverneur, Kolonel
Schöndedtbegreep zulks, en het was dan ook door Z.HEd.
Gestr's toedoen, dat op den 25 Januari in het koffij-
huis het Ilof van Holland, een Vocaal en Intrumentaal
Concert werd gegeven, waarvan de tamelijk aanzienlijke
zuivere opbrengst, tot gedeeltelijke leniging der ellende
van Breda's algemeene armen, zoude worden aangewend.
De opkomst van het publiek mogt ruimschoots aan de
verwachtingen voldoendie we ons daarvan hadden
voorgesteld, en ik geloof niet, te overdrijvenwanneer
ik zeg, dat het Publiek zeer voldaan over den afloop
huiswaarts keerde.