54
Het zij mij hier geoorloofd, met een enkel woord,
nogmaals ons aller dank te betuigen aan het Strijk-
Orchest der Kon. Mil. Akademie, dat zich dien avond
zoo dapper van zijn pligt kweet en ons weder de
onwedersprekelijkste bewijzen gaf, onder eene goede
leiding te zijn. De namen van van Berhel en van
'Lijnden mogen niet meer tot die behooren, welke de
leden zijn van het tegenwoordige Strijk-Orkest, maar wij
hopen vurig, dat onze wapenbroeders: J. C. van der
WijcJcvan HeutszPolsC. de Veer en Hoffmann
steeds dien ijver en die belangstelling zullen blijven
betoonen voor eene zaak, waarvoor zij later in de maat
schappij zeer nuttig kunnen zijn en waardoor zij ons
oningewijden en leeken in de kunst reeds menig
genoeglijk avondje hebben verschaft. Ik moet echter ook
de verdiensten huldigen van onzen thans reeds tot officier
bevorderden kameraad Bueno de Mesquita, die op elk
Concert ons oor aangenaam wist te streelenons hart
zoo treffend wist te roeren, dat wij dikwijls geneigd
waren hem voor een meester in de toonkunst te houden.
Zou ik bij dit alles de groote talenten verzwijgen van
onzen verdienstelijken staf-muziekant Baetens, die, meer
dan eens, uit zijn Waldhoorn de heerlijkste toonen
haalde en ons daardoor met de muziek deed dweepen?
Ook de naam van onzen kameraad Jaeger moet vermeld
worden, die zich op dien avond van den 25ste Januari,
met Bueno de Mesquitabeijverde, om het Publiek de
voortbrengselen van den genialen Alfred Jaê'll te doen
hooren, en met Mesquita om den eerepalm der daverende
bravos van het tevreden Publiek streed. Lang zal die
avond bij allen in aangename herinnering blijven!
Kort daarna, waren op de Akademie en in de stad