55
onzer inwoning, de gemoedoren zeer in beweging, toen
er te Amsterdam eene brochure was verschenen
den titel voerende: Het jaar 1867 aan de Kon.
Mil. A kademie, door eene Stem uit het
Kadetten korps. Eenigen tijd verdiepte men zich
in allerlei gissingen en niemand wist iets aangaande
den schrijver van genoemd vlugschrift, tot dat einde
lijk, op eene ons onverklaarbare wijze, bekend werd,
dat de kadet JV. Cool, de schrijver was. Het is hier
de plaats niet, in beoordeelingen te treden van een
werk, waarmede wij kennis hebben gemaakt, noch te
vermelden, of wij, voor ons, de strekking van genoemd
werk goed dan wel afkeurenmaar dit alleen zij
gezegd: Eere, wien eere toekomt, bloot als schrijver,
wanneer die zijne Lezers door een goede stijl wil
boeijen, al schrijft hij iets, waarmede velen niet in
stemmen. De kadet W. Cool heeft in de twee vellen
druks, die uit zijne pen gevloeid zijn, getoond de
regelen onzer moedertaal en de voorschriften, om met
een gekuischte stijl, zijne Lezers te boeijen, geheel
te kennen.
De dag van 19 Februari was voor het korps kadetten
een dag aan de vreugde gewijd. Het was de geboorte
dag van onzen geëerbiedigden Koning. Maar hadden
wij, die dien dag op de Akademie tegenwoordig waren
feest gevierd en vreugde geschept niet elders was dit
het gevalwaar een onzer beste kameraden met den
dood worstelde, en weldra, in den nacht van den
18cn op den 19en Februari, te Utrecht ten huize zijner
veelgeliefde betrekkingenden geest gaf. Ik bedoel
ons aller vriend dien eere naam verdiende hij
ten volste G. A. F. J. Kochvan het voormalig