61
ten zeerste aan onze daarvan gekoesterde verwachting.
Iloe fantastisch weerkaatste soms dat licht over de
toen zoo bevolkte, maar anders zoo eenzame heide,
even prachtig als het licht der electrische lamp!
Om 11 uur verlieten de meeste menschen het kamp
met den opzettelijk daartoe georganiseerden pleizier-trein
uit Breda.
Den 10en Julij vertrok het hoogste en den daaraan*
volgenden dag het tweede studie-jaar uit het kamp
van Teteringenaan het hoofd de muziek van het 6de Regt.
Infanterie hebbende. Een militair en ooggetuige deelde
mij den indruk mede, dien de binnen de stad mar-
scheerende Kadets op hem had gemaakt. Die indruk
was voor ons uiterst vleijend.
Thans is het verlof!....
Daarover wil ik niet uitweiden. In dit gedeelte van
„één jaar op de Akademie, bestaat noodzakelijk, elk
jaar eene gaping. Ik zal dus maar veronderstellen,
dat het weer, 1 September is.
Behalve onze kameradendie hunne aanstelling tot
Officier verkregen hadden, kwamen niet alle Kadets
weer met ons terug, die met ons voor het verlof op
de Akademie waren. De Kadet A. L. van Hasselt van
het hoogste studie-jaar en bestemd voor de Infanterie
in O. I. werd, op zijn verzoek, eervol ontslagen.
De Kadets der Inf. O. I. B. A. L. Botzen en P. J. H. O.
van Geelen werden eervol ontslagen. De eerste keerde in
het burgerlijk leven terug, terwijl de tweede als Sergeant
der Infanterie, bij het Koloniaal-Werfdepot, werd overge
plaatst, ten einde naar Ned. Indië te worden gedirigeerd.
Het korps der aan de Akademie gedetacheerde Officieren
had, zoo als reeds vroeger is gemeld, eenige veran-