68
Wij wijzen slechts op de Officieren, die van de Militaire
Akademie zijn gekomen. Velen hunner, die voor dertig
jaren, of vroeger, de banken voor de gelederen
verwisselden, hebben zich, hetzij op wetenschappelijk,
hetzij op krijgskundig gebied, een grooten naam ver
worven. Velen hunner bekleeden thans hooge rangen
in het Nederlandsche en het Indische leger, en hebben
zoo wel van hunne krijgsmanstalenten als van hunne
andere bekwaamheden blijken gegeven. Waartoe namen
te noemen van Oud-Kadets, versierd met het Kruis
voor MoedBeleid en Trouwwaartoe namen te
vermelden van hen, die zich op staatkundig en staat
huishoudkundig, als wel op zuiver wetenschappelijk
gebied onderscheiden en hunnen medeburgeren getoond
hebbendat zij het zwaard en de pen beiden wisten
te hanteerenindien het niet voor hen wasdie de
Akademie beschouwen als eene plaats waar Officieren
gevormd wordenverderfelijk voor het Leger en dat
Leger niet nationaal maken? De namen van een Stieltjes
Beijerinckde Roo van Alderwereltvan Rees, de Roy
van ZuydewijnIe del, VerspijcicRlugi van Aspermondt,
MaarschalkCollard, van der Star, le ClercqVrmeting,
Steinmetz, Smits, de Man en vele anderen, die ons niet al
len bekend zijn of wier namen wij kieschheidshalve moeten
verzwijgenkunnen de dwaze begrippen daaromtrent
logenstraffen. Zouden die Oud-Kadetten ook niet getoond
hebbendat zij eene practische vorming hebben ont
vangen en zouden wij dat ook later niet kunnen toonen,
hetzij op het cxercitie-veldhetzij in kampen, hetzij
eindelijk op het oorlogstooneel? Nog is mijne taak niet
volbragtnog moet ik over deze Akademie uitweiden
wier belang ons belang, wier voorspoed onze voorspoed,