75
Daar viel in 't hevigst van 't gevecht
Zijn vader in het zand,
En daar had ook zijn bloed gevloeid
Voor 't dierbaar vaderland.
Daarna zag hij den Spanjaard weer
Voor Haarlems grijze muur
Daar viel zijn broeder stervend neer
Door 's vijands moordend vuur.
En toen hij na de overgaaf
Ontkwam aan 't Spaansch geweld,
Toen was hij, tusschen bosch en struik,
Naar Leiden heengesneld.
Daar was zijn hoop, zijn heil, zijn vreugd,
Daar woonde zijn Aleid
De maagd, die lang zijn hart bezat,
Hem trouw had toegezeid.
Daar aan heur zijdaar zocht hij nu
De lang ontbeerde rust,
Helaas! de jongling was nog niet
Van 't nieuw gevaar bewust.
Naauw zag hij zijn geliefde weer,
Die hem zoo lang ontviel
Naauw speeld' hij met haar lokkenhoofd,
En ademde zijn ziel,
Of 't Spaansche heir kwam voor de poort
Der oude sleutelstad,
En ging weer voort met 't moordtooneel,
Dat het begonnen had.