Eeuc mislukte Icicftfcsliisloru.
Aan den helderen Duitschen hemel, rezen hier en daar
majestueuse wolkgevaarten uit de diepte van den Rijn,
om zich straks in damp en nevel op te lossen.
Verbeelden wij ons die weggeschovendan ontwikkelt
zich een heerlijk panorama, waarvan de met verschillende
boomen en struiken bezette keten van het Zevengebergte
den achtergrond vormt.
Het raidden er van is het kleine stadje K., waar het
volgende verhaal voorvalt:
Het is avond. De ondergaande zon werpt nog voor het
laatst hare stralen op den Rijn welks effen waterspiegel
slechts ligtjes door eene frissche koelte bewogen wordt.
Daar doet eene sterkere luchtstroom het water in
golfjes opkrullen, en de zonnestralen weerkaatsen er in
als schitterende vonken.
Eene groote menigte is op den oever verzameld
waaronder ook vele vreemdelingen, die elkander hunne
verwondering te kennen geven over de zuivere lucht,
de aangename atmosfeer, het schoone gezigt dat men
op al die bergen heeft en zich vast voornemen ze allen
te beklimmen.
Eene talrijke familie trekt vooral de aandachtzij
bestaat uit vader, moeder, tante en eenige kinderen.