EEN AVONTUUR.
Het was op Paaschzondag 18G dat ik door een mijner
kennissen in het stadje G. uitgenoodigd werd, aldaar bij hem
den dag te komen doorbrengen.
Met genoegen nam ik die uitnoodiging aan mij over
tuigd houdende, dien dag genoegelijk te zullen doorbrengen.
Ik vertrok dan ook reeds 's morgens naar G.een zeer
klein plaatsje, aan de Donge gelegen, dat alleen als vesting
ecnige belangrijkheid bezit, daar het den toegang tot Zuid-
Holland verdedigt.
Het eenige, dat der moeite waardig is te zien zijn de
kerken.
In de Protestantsche kerk onder anderen vindt men de
graftombe van onzen zeeheld Coknelis Zoutman.
Haar stompe toren trekt verder de aandachten strekt
tot geschiedkundige herinnering aan den roemrijken SOjari—
gen worstelstrijd met Spanje gedurende welken oorlog hij
van zijn spits werd beroofd, toen Prins Maukits het
beleg voor G. had geslagen.
De Poomsche kerk is alleen merkwaardig door haren
sierlijken bouw.
De beide kerken bevinden zich regt tegenover elkander
op de marktdie drie-vierde gedeelte van de stad inneemt.