3(5 liet roer en in minder dan een uur tijds waren wij weer voor de stad. Verscheidene inwoners stonden ons op de brug en langs de kade op te wachten en een luid hoera zoowel van hunnen als van onzen kant ging op, toen zij ons behouden onder de brug zagen passeren. Wij lagen nu weldra aan wal en begaven ons, daar een talrijke hoop volk ons volgde, naar een nabijzijnd koffiehuis, waar wij onze kleederen in orde bragten en waar G. zich bij den kagchel droogde. Na een glas punch tot verwarming genomen en een kwartiertje over den gelukkigen afloop van onzen togt gepraat te hebben, begaven wij ons naar huis, waar de familie, die inmiddels van onze vaarpartij gehoord had, reeds met ongeduld zat te wachten. Wij moesten nu onzen togt in al zijn kleuren beschrijven aan drie jonge dames, die niet ophielden hunnen afkeer van de onderneming te betuigen, maar ook niets nalieten om ons het overige van den avond aangenaam te doen doorbrengen. Toen ik 's avonds van B. afscheid nam vertelde hij mij dat van al zijn avonturen, dit nog het gevaarlijkste was geweest. G. H.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1870 | | pagina 114