39
De eerste Heer van Breda was aldus Hendrik, die in
1090 opgevolgd werd door zijn' zoon Engelbrecht. Yan
de beide eerste Heeren van Breda is alleen bekend, dat
zij hun verblijf hielden op het slot te Zundert; meer weet
men van Engelbreciit's zoon en opvolger Hendrik II.
Aan dezen Hendrik II toch gelukte bet, bijgestaan door
Godevaart met den Baard, hertog van Lothrijlc en door
Aernout, Erfmaarschalk van Brabant en Heer van Wese-
malezich door list van Brunesheim meester te maken. Zij
lieten namelijk hunne manschappen de kleederen van eene
geslagen bende Denen aantrekken, en naderden alzoo Bru
nesheim. De Deensche wachters van het kasteelhen voor
hunne landgenooten aanziende, lieten hen binnen; waarna
zij zich van het geheele slot meester maakten. Aldus ver
dween ook deze laatste nederzetting der vroeger zoo ge
vreesde Noormannen.
Het roofnest werd toen tot op den grond geslecht, en
- Hendrik deed op dezelfde plaats een ander kasteel bouwen
dat eveneens Brunesheim genaamd werd.
Op deze nieuwe burgt hielden nu voortaan de Heeren
van Breda hun verblijf, en het was daarnaar dat de jongere
zonen uit hun stamhuis den naam van Heeren van Bru
nesheim ontvingen.
Digt bij dit kasteel schijnt nog een ander gestaan te
hebben. Ongeveer ter plaatse, waar nu de spoorweg
brug over de Mark ligt, was het slot van Scoten gelegen.
Het lag waar toen ten tijde liet Reigerhosehlater Craijen-
hoschdat bij de belegering van Breda in 1624 is omge
houwen, zich bevond. Yan Goor zegt liet plag te leggen