42 in 1538, bij den dood van graaf Hendrik, was de ridder zaal, benevens de regter vleugel reeds voltooid. Hendriks zoon en opvolger, Reinier graaf van Nassau, die van moeders zijde liet prinsdom Oranje erfde, voegde daarbij de hofkapel, gelegen tusschen de beide tegenwoordige ka pellen en waarnaar men uit het midden der ridderzaal langs een overdekte trap afdaalde. Dezelfde Reinier was dan ook in 1540 in staat, Keizer Kar el V op zijn kasteel, gewoonlijk Donjon geheeten, »regt heerlijck te onthaelen." Na het sneuvelen van Reinier voor Saint Dizier, in 1544, is het werk gestaakt, eerst om de minderjarigheid van zijnen opvolger Willem 1 en later om de onrust der tijden en de onzekerheid waarin de Heeren van Breda omtrent hun eigendom verkeerden. Toen in 1590 Breda doormiddel van het bekende turfschip is verrast geworden, bestond van het kasteel alleen het westelijke en zuidelijke gedeelte met den ouden vierkanten toren van Jan van Polanen en een hof kapel achter de groote ridderzaal, nu amusementzaal. In 1660 is het kasteel de verblijfplaats geweest van den uit zijn rijk verdreven Engelschen Koning Karel IIzeven jaar later werd in de groote zaal van het kasteel de vrede van Breda gesloten. Zes en dertig jaar later is het kasteel eindelijk door Willem IIIKoningen Stadhouder, voltooid, onder leiding van den architect Romans, in denzelfden geest als begonnen was door Bologna (1). Prins Willem ont ving daartoe van de stad Breda een tegemoetkoming van (1) Of door Kelderman:*.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1870 | | pagina 120