54
alsof zij nog de halve wereld moest roosteren; nergens een
koel plekje voor uwe voeten, nergens een druppel koel
water voor uwe tong; en vóór u, eene uitgestrekte golvende
vlakte, met donkere boschjes en zilveren beken in over
vloed, die u verrukkelijk toelagehen. "Wonderbaar schit
teren de witte huizen en kerken in het felle zonlicht;
scherp teekenen zij zich af tegen de helder blaauwe lucht
op den achtergrond. Heerlijk vooral is de indruk, dien
gij ontvangt, wanneer gij uw oog van het kolossale hotel
Zehn Tfund en het daarachter gelegen romantische kasteel,
laat gaan op den donkeren geheimzinnigen ingang van het
Bodedal, dat als het ware het voorportaal van den he
mel is.
Die weg is ook naauw, en het eind ook heerlijk en
verheven, niet waar? maar toch onderscheidt de hemel,
dien gij van uw hoog en brandend standpunt af stil moet
aanzienzich zeer merkbaar van dienwelken gij u steeds
voorgesteld hebt, en wel door zijne enorme populariteit.
Niemand wordt er afgewezen; jongelui wandelen er onge
moeid binnen, de oudelui volgen dcsverkiezende op ezels.
Kunt gij het niet lang in mijne hel uithouden, begeef
u dan met mij in het Bodedal. 't Is de heerlijkste wan
deling, die gij maken kunt, na uw' korten proeftijd. Naast
u bruischt en klotst de woedende stroomals wilde hij u
tegen de naakte rotswanden slepen; boven u is alleen het
groene loover daar, om u tegen de scherpe zonneschichten
en de overhangende steenbrokken te beschermen; het is de
grootsche Harznatuur, die u aan alle zijden omringt en die
uwen geest verheft en veredelt.