61 veiligheid gebragt heeft, maar daarna is het een lust hem te hooren uitvaren tegen zijn gids, een onverschilligen slungeldie in dezen tusschentijd al zijn best gedaan heeft om ons te overtuigendat wij zonder hem niet verder kunnen, en daardoor onze attentie heeft zoeken af te leiden van den mandien wij zoo graag geholpen hadden. Door die entre-acte zou ik bijna vergeten u iets van het hoofdtooneel te zeggen. En toch niets is grootscher dan de diepe blikdien men in beide deelen van het dal kan werpen. Waarheen gij ook uwe oogen wendt, overal zwarte lood- regte rotswarden, ijzingwekkende diepten en daartusschen de eeuwig voort stroomende Bodenergens een menschen- werk dat met de natuur in kampstrijd durft treden: diep onder u alleen eene smalle houten brug, als om den on- eindigen afstand tusschen God en den mensch beter te doen uitkomen. Is het wonder dat die stip den naam van Teufelsbrücke draagt 'tls onmogelijk u het gevoel te schetsen, dat zich van het geheele gezelschap meester maaktmaar wel kan ik u meêdeelen, dat ik er zoo spoedig mogelijk gebruik van zal maken om met mijue buren kennis te maken. Gij weet niet hoe gemakkelijk mij dit valt. Mijne buurvrouw regts, een alleraardigst echt Duitsch persoontje, begint de con versatie eensklaps met den uitroep //"Wie herrlick" en wat er verder volgt, kan ik niet zeggen of liever, dat raakt u niet. Die levendige oogen vragen en antwoor den als het ware te gelijk, een kolfje naar mijne hand

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1870 | | pagina 139