70
Niets als walging kon ik voor zulk eene moeder gevoelen.
En die vrouw noemen de mensehen une femme du monde;
die vrouw wordt algemeen bewonderd en geacht, niet waar?
Zij kent immers hare wereld! Une femme du monde?
neen, een helleveeg, dat is zij!"
Een duister vuur gloeide in de oogen van den jongen
man: zijn trekken namen een onbeschrijflijke uitdrukking
van verachting en walging aan.
,Die vrouw," voer hij met hevigheid voort, ,die vrouw
had Adeline in mijne armen gevoerd, toen ik maar een
enkel blijk van liefde voor haar had betoond; zij had onze
zamenkomsteu bevorderdzij had aan onze hartstogten den
vrijen loop gelaten en 't is alleen door de hoogere kracht
mijner liefde, dat ik de wereld nu nog vrij in de oogen
durf zien dat ik het regt heb de wereld te verachten."
Met al het vuur van den twee en twintigjarigen leeftijd
gaf ik mij aan het hemelsch genot over, door zulk een
wezen bemind te worden en het te beminnen.
Die dagen van onverstoord geluk vloden wel als een
schaduw heen; zij lieten geen vlek achter zich, maar wie
kon de mogelijke gevolgen berekenen. Wanneer onze harten
één waren gewordenmoesten wij zeiven dan gescheiden
blijven? Las ik in haar lieve, trouwe oogen niet mijn
gansche leven?
Mijn vader, mijn moeder, zij moesten weten, wat er in
mij omging; zij hadden het regt te weten, aan wie hun
eenigst kind door den eed verbonden was, en het was
daarom, dat ik hun dien morgen die voorname bladzijde
uit mijn boek der illusiën had willen toonen.