76
Duizendmaal vergiffenis voor de onaangename positie,
waarin ik u geplaatst heb, maar ook duizendmaal dank
voor uwe hartelijke belangstelling en eenige deelneming
met mijn droevig lot. 't Is alleen door mijn gevoel, dat
ik mij heb laten medeslepen tot den stap, dien gij mij,
hoop iknimmer als eene onbescheidenheid zult toereke
nenen die mij, vertrouw er op, nimmer berouwen zal.
Ik gevoel mij zelfs gedrongen u mijn verder verleden toe
te vertrouwen, daar ik overtuigd ben, dat het ineen warm
vriendenhart zijne plaats zal vinden.
Zooals gij weet, was het mij met Gods hulp gelukt de
ongelukkige in het leven terug te roepen. Geen woord
van verwijt kon er over mijne lippen komen zij zag mij
zoo onbeschrijfelijk weemoedig en treurig aan, dat ik de
wereld en al wat om mij was vergat, en de kus der
vergeving op hare bleeke lippen drukte. O, hoe blonken
mij toen die trouwe oogen tegen! De hemel had zich
voor mij ontsloten enMaar neen, ik mag er
niet aan denken, ik ben een
Hier werd het schrift onleesbaar; een vloed van tranen
had, naar het scheen, de letters uitgewischt, die het
heerlijke zonlicht niet had mogen beschijnen. Verder gaande
las ik
Te huis gekomen wierp ik mij te bed, doch lang wei
gerde de slaap mij zijue dienst. De vreesselijkste gedach
ten volgden elkander op; mijn hoofd dreigde te bersten;
maar eindelijk bragt de uitputting mijner krachten mij in
den zoo gewenschten toestand van verdooving.
Na een zeer onrustigen slaapontwaak ik als door