83 Ik luister niets ik wacht nog eenigen tijd slechts snikken treffen mijn ooren. Kom, waarom nog langer dralen; wie weet wat daar gebeurt? Op eens hoor ik een zachte stem smeekende deze woorden uitspreken: //Och, Mijnheer laat ons toch eerst voor onzen armen vader zorgen." ,/Ik wil er niets van weten, pak je boeltje maar op, en het huis uit," antwoord daarop een ruwe mannenstem. //Ik wacht nu reeds 17 dagen en nog zie ik geen geld, en nu die oude zeurkous den kraaijenmarsch geblazen heeft, krijg ik toch niets meer; ik geef je nog een uur den tijd en dan laat ik je er uit jagen, en je plunjes verkoopen, misschien haal ik er nog een vijftiger uit." Langer kon ik het niet uithouden, ik trad binnen Welk een tooneel! in een bedompt hok ligt op een dunne laag stroo een oude man, zeker boven de 70 jaar; reeds bedekt de lijkkleur zijn gelaat; daarneven zit geknield een jongen van omstreeks 15 jaar, mager en in lompen ge wikkeld; de uitdrukking van wanhoop op het gelaat. In den hoek naast een oude waterketel ziet men twee zakken, daarnaast een kleine schop; dit alles getuigt dat het eenig onderhoud der familie afhing van de kleine of groote hoe veelheid paardenmest op de straatwegen verzameld; een boschje droog hout, een oude stoof zonder deksel, een gebarste kom, een tinnen lepel, een zandbakje en een bezem, zie daar het geheele ameublement van het hutje; nog iets, aan de wand is geplakt een vierkant stuk papier, dat nog iets heeft van een oude plaat; aan het onderschrift te zien moet het den togt over de Beresina voorgesteld

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1870 | | pagina 161