8S
niet te ligtvaardig over hen en laat uw menschelijk gevoel
zich niet verdooven; deel van uw overvloed mede aan hen,
wien het zoo hoog noodige ontbreekt.
Mijn eerste beweging was de ongelukkige vrouw wat geld
in de hand te stoppen, maar den man kon ik mij niet
weerhouden harder aan te spreken en te zeggen "W illem
is dat zorgen voor je zuster, is dat werken; kom het is
niet te laat, zoek werk; als je het wil, kan je het in
Nederland overal vinden. Hij beloofde mij zulks te doen,
waarop ik mij verwijderde, daar ik mijn vrienden niet lan
ger alleen wilde laten. Hoe het verder met deze arme
menschen zal gaan, kan ik den lezer natuurlijk niet zeggen.
Ik wensch hun een beter leven toe, en hoop dat zij op
hun moeijelijken levensbaan nog menigmaal weidenkenden
zullen ontmoeten, die in plaats van de gevallen vrouw
den rug toe te draaijen, en den eersten steen op haar te
werpen, haar bij de hand zullen nemen en opheffen uit den
poel, waarin zij reeds één voet heeft geplaatst; die den
armen bedelaar, wien het dikwijls aan moed ontbreekt ver
dere pogingen aan te wenden om werk te bekomen, daar
een ieder hem terugstoot, zullen behulpzaam zijn om op
eene eervolle en eerlijke wijze zijn dagelijksch brood te
verdienen.
O armoede, hoe diep zijn uwe wonden!
J. S. G. Y. IC.