90
saizoen op het land gaan doorbrengen, en al had zij als
jong meisje nog al eens hemelhoog er tegen op gezien
toch verbeeldde zij zich dat het zoo hoorde, en zou er
dus voor geen geld van de wereld verandering in willen
brengenen onder geeu enkel voorwendsel van willen
afwijken.
Maar, vraagt gij mij welligt, geduldige lezer, wat heeft
dit gemeen met mijn aanhef.
Nog een oogenblik geduld en gij zult zien hoe ik dit
behoefde om een' geleidelijken overgang te vinden tot het
geen ik verder wilde zeggen.
Ik herhaal dus, vroeger behoorde het naar buiten gaan
tot „le bonton" en was axioma geworden. Nu is alles om
gekeerd, zooals het met alles gaat: ieder reist nu. Is het
voor- of achteruitgang Dit staat mij niet te beslissen.
Uit een zeker oogpunt gezien is het echter een groote
stap voorwaarts, want niets beschaaft of verfijnt ons gevoel
meer dan reizen; dat omgaan met allerlei soort van men-
schen van alle standen, getrokken uit alle natiën, verschaft
ons menschenkennis. Maar helaas! slechts weinigen reizen
om te zien en waar te nemen.
De haute volée begeeft zich tegenwoordig naar de eene
of andere badplaats, die Duitschland in zoo ruime mate
bezit. Slechts bij uitzondering geschiedt dit om daar een
heilzame kuur te ondergaau; het hoofddoel is prachtige
toiletten ten toon te spreiden, veel geld te verteeren en,
zoo de gelegenheid daartoe bestaat, nu en dan hun geluk
aan de groene tafel te beproeven.
Bij de terugkomst iu het Vaderland vergast men nu zijne