94
gaan werpen in de verschillende speelzalen en eens oplettend
beschouwen alles wat onze oogen daar treft.
O werp geen angstigen blik op de beide gens d'armesdie
daar onbeweeglijk aan weerszijden van de deur naar de
menigte starenwelke onophoudelijk langs hen heen stroomt.
Zij zijn daar alleen geplaatst om bij voorkomende ongere
geldheden aan de speeltafels als vertegenwoordigers der
openbare magt op te treden. Gaan wij in de voorzaal;
werp echter uw blikken niet links en regts; want onmo
gelijk kunt gij alles in eens overzien. Begeven wij ons
liever naar een der sopha's welke langs den wand geplaatst,
den binnentredende tot zitten uitnoodigen.
Zie zoohebt gij ooit zooveel pracht gezien Ziet gij
die heerlijke Yenetiaansche spiegels daar aan den wand
ziet gij die prachtige kroonen, waarvan elk meer dan dui
zend gas-bougies torscht, en de geheele zaal met een oog
verblindend licht vervullen; ziet gij die heerlijke kanapé's
en fraai besneden stoelen waarop een ieder naar welgevallen
kan plaats nemenziet gij die heerlijke draperiën met gouden
franjes omzoomd voör de hooge boogvensters; ziet gij ein
delijk, dat uwe voeten op een prachtige, mozaïke vloer
rusten.
Zeg mij is dit alles niet keuriger, niet smaakvoller, dan
eene vorstelijke woning.
Vestigen wij nu een blik op de bonte menigte, die daar
dooreen dwarreltmet elkander keuvelende of hier en daar
in groepjes bij elkander gezeten die waarschijnlijk even als
wij alles bewonderen en zich verlustigen in den indruk,
dien het geheel op hen maakt.