99
nog eenmaal brengt hij werktuigelijk zijne hand in den
zak maar die is ledig.
Met koortsachtige drift wendt hij zich van het groene
kleeddat hem zoo noodlottig wasaf. Door kracht van
armen en ellebogen baant hij zich een weg door de om
standers en met dc wanhoop op 't gelaat rent hij weg.
Volgen wij hem niet; waarschijnlijk zal hij hier of daar
eene eenzame plek opzoeken, om daar een eind aan zijn
leven te maken. Moge hij in vrede sterven
Hebt gij wel die oude dame, daar naast den bankier ge
zeten opgemerkt, die met een stapeltje geldstukken voor
zich, de kansen van het spel waarneemt en nu en dan
hier of daar een stuk plaatst; zij waagt niet te veel op
eens, zij speelt voorzichtig en beschouwt ieder stuk een
paar malen alvorens het op te zettenwees gerustdie
zal zich niet ruïneren.
Maar welk eene vrolijke groep heeft zich daar op eens
achter ons gevormd vrolijke scherts vloeit van hunne lip
pen het zijn allen jongeluieen drietal dames met bare
cavaliers.
Gij staat verwonderd, en met reden: de antieke Juno
staat daar nevens Venus, terwijl Mineiiva zich trotsch
achter haar verheftof zouden het de drie gratiën zijn
die zich daar bevallig aan uwe zijde groeperen? Verblindend
schoon zijn die nimfenzie die poezelige armendie blanke
hals, voor de nieuwsgierige blikken ter naauwernood door
een ligt gaas bedekt, die prachtige vormen een Michel
Angelo waardigdie fijn gevormde trekken en dan die
rijen paarlen als het ware in koraal gevatwelke wij telken-