115
kind, hun broederhun vader, hunne moeder, in de telkens
wederkomende akelige benaauwdkeden te ondersteunen, of
het koortsig gloeijende hoofd nu en dan te verkoelen; want
blijven zij t'huis, dan verzuimen zij hun werk, missen hun
loon, en nog nijpender gebrek is daarvan het gevolg.
Zulk een ziekbed was dat, waar het gesprek gevoerd
werdwaarvan wij zoo even een gedeelte afluisterden.
Willem van Noord had ouders gehad, die het zeker niet
zouden geloofd hebben als men hun gezegd had, dat hun
zoon eens gebrek zou lijden. Hij had eene vrij goede
opvoeding genoten en zou als notaris zijn vader zijn op
gevolgd, als er in den gang van zaken niet een groote
ommekeer was gekomen. Hij had het geluk, of het on
geluk, als men dat liever wil, van te verlieven op een
meisje dat protestant was; hij had gemeend dat dit geen
hinderpaal zou zijn voor een huwelijkmaar zijn vader
een streng katholiekkou er zich volstrekt niet mee ver
eenigen harde woorden waren daarvan het gevolgmen
kwam van het een tot het ander, en de oude van Noord
eindigde met zijn zoon nimmer weêr te willen zien en
hem te onterven. Dit geschiedde wel is waar in een
oogenblik van drift, en misschien zou later alles zich
geredresseerd hebben, maar kort daarna stierf de oude man
aan eene beroerte. Willem was intusschen met zijne
Louise getrouwd en had zich neergezet in een klein stadje,
ver van zijne vroegere woonplaats, waar hij als klerk zijn
brood verdiende, geheel beroofd als hij was van alle mid
delen, want zijne vrouw was iemand, nagenoeg zonder
familie, en die, behalve haar schoonheid en haar vele goede
hoedanigheden, niets ten huwelijk meêbragt.