116
Uitgezonderd de droevige herinneringennagelaten door
het onaangename afscheid en zoo spoedig daarop gevolgde
overlijden van Willem's vader, gingen de eerste jaren
van het jonge paar regt gelukkig voorbij, waartoe niet
weinig werd bijgedragen door de omstandigheid dat hun
ruim een jaar na hun huwelijk een allerliefst dochtertje
werd geschonken. Dit kind maakte eene uitzondering op
den regel, dien men wel eens hoort aanhalen, dat kinde
reu, die heel jong zoo mooi zijn, later wel eens leelijk
worden; Louise althans (Willem had er op gestaan, dat
zijn kind den naam van zijn vrouw zou dragen) was niet
alleen in hare kinderjaren, maar ook als volwassen meisje
eene ware schoonheid.
Het was den ouders niet kwalijk te nemen, dat zij met
welgevallen neêrzagen op dat mooije kind, hun kind; dat
zij zich beijverden haar netjes voor den dag te doen ko
men, en te zorgen dat het lieve geziglje op zijn voor-
deeligst uitkwam. Maar die zorg oefende een nadeeligen
invloed uit op Louise's karakter. Langzamerhand begon
zij zelve bij te dragen tot den opschik, die haar zoo goed
stond, en te trachten zich op het voordeeligst voor te
doen, kortom zij werd ijdel in de hoogste mate. 't Was
jammer, want zij had anders een hart van goud, maar
dat hoofdgebrek werd eindelijk zoo dominerenddat dat
zelfde schoon, dat aanvankelijk de vreugde, de trots van
haar ouders uitmaakte, voor deze in een bron van onrust
en angst werd herschapen.
Sedert een paar jaar echter was dit niet het eenige wat
de gelukszon der kleine familie verduisterde. Willem van