118
luid snikken uit ie barsten als zij, uit eene ligte sluime
ring ontwakende, zijn zorgvolle blikken opving en hem met
een weemoedigen glimlach aanzag. En dan kreeg ook de
goede vrouw zelve het dikwijls erg kwaad ook haar oogen
vulden zich met tranen, want ook haar deed het zoo innig
leed het leven te moeten vaarwrel zeggenen van haar
dierbaren echtgenoot te moeten scheiden, juist nu deze
haar hulp zoo zeer noodig had.
En Louise, hoe gedroeg zij zich in die droevige om
standigheden? 't "Was vreemd, maar 't scheen alsof zij den
gevaarvollen toestand, waarin haar moeder verkeerde, niet
inzag. Wel is waar hielden de ouders dien ook zooveel
mogelijk voor haar verborgen, maar was het toch niet te
verwonderen, dat zij zich niet verontrustte over die matte
bleekheidover die diep ingezonken oogen, over die steeds
toenemende zwakheid, 't Speet haar, dat haar moeder
leed; ware het mogelijk geweest, zij zou zelfs gaarne dat
lijden voor haar hebben overgenomen, maar het kwam niet
bij haar op, verder na te denken over hetgeen gebeuren
kon. Daarvoor had zij zich te weinig aan denken gewend;
zij was iemanddie geheel leefde naar den indruk van het
oogenblik, en zich zoo'n oogenblik zoo min mogelijk ver
galde door sombere gedachten aan de toekomst.
Doch keeren wij weder naar het ziekbed terug.
h Wees maar niet ongerusthad Willem tegen zijn vrouw
gezegd. Louise zal wel spoedig t'huis komen; slaap
wel." Waarom scheen hij te veronderstellen dat zijn
vrouw zich ergens ongerust over zou makenwaarom