120 lijd tot tijd scheen zij zelfs moeite te doen om een opko mende hoestbui zoo goed zij kon te onderdrukken. Eindelijk slaat de dorpsklok tien. Werktuigelijk telt Willem de slagen, en bij den tienden slag schrikt hij plot seling uit zijne mijmering tot het werkelijke leven terug. 't Is dus al tien uur, en nog is Loujse niet terug, terwijl hij ze al om acht uur verwacht had. Hij had al lang bemerkt, dat zijn vrouw over dat lang uitblijven ongerust werden om haar die onrust te besparen had hij er zoo op aangedrongen, dat zij zou gaan slapen. En de goede vrouw had toegegevenmaar welke moeder slaapt als zij in angst verkeert omtrent haar kind? Yan daar dus die zuchten; de minuten hadden haar uren geschenen, entoen ook zij eindelijk de klok weer hoorde slaanhad ook zij met een kloppend hart de slagen geteld. Intusschen was de vrees met verdubbelde kracht in het gemoed van den vader teruggekeerd; hij bedacht en her dacht alle kansen, waardoor hij zich het uitblijven van Louise kon verklaren. Zij was uitgegaan om te trachten eenig werk te krijgen; misschien had men haar ergens op gehouden; misschien was zij verder van huis gegaan, dan zij zich had voorgenomen; misschien was zij ergens bin nengegaan, om te wachten tot de kletterende regen eenig- zins bedaarde. Ja, misschien; maar die kansen waren toch gering. Meer en meer begon hem de lust te bekruipen, om de straat op te loopen, en zijn kind te gaan zoeken. Maar zijn zieke vrouw dan Zij zou wakker worden en hem niet vinden, mogelijk zou zij hem juist noodig heb ben; in ieder geval zou zij doodelijk ongerust worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1870 | | pagina 198