122 was haar onmogelijk te blijven liggen. Zij zette zich half overeind, het oog strak gevestigd op de deur, waar door zij zoo vurig hoopte haar kind te zien binnentreden. Maar zij wachtte een kwartier, een half uur, een uur; te vergeefs. Intusschen begon de gespannen toestand van haar geest meer en meer die van haar ligcliaam te ver zwakken. Uitgeput viel zij eindelijk achterover op het kussen; maar slechts voor een oogenblik. Spoedig opende zij weer de oogen; maar de uitdrukking van haar gelaat was geheel veranderdonrustigbijna woest blikte zij in 't rond; voortdurend wendde zij zich om, heftig bewoog zij het zwakke hoofd; het was haar duidelijk aan te zien, dat zij met een hevigen aanval van ijlende koorts te kam pen had. Verschrikkelijk leed zij. Haar opgewekte ver beelding vertoonde haar de akeligste tooneelen. Telkens zag ze haar kindnu eens als een lijkdruipende van water, of met een gapende wonde aan het hoofd; dan zag zij haar voortsleuren door een onzigtbare handterwijl zij smeekend de armen naar hare moeder uitstrektedan we der meende zij haar te zien vlugten aan de hand van een jongeling, terwijl ze door haar vader met dreigende geba ren vervolgd werd; sneller en sneller werd haar vaart; toch was hij eindelijk op het punt haar in te halentoen hij plotseling doodelijk getroffen nederviel. De jongeling met het meisje in de armen verdween in de duisternis. Door een overweldigende angst gedreven, wilde de on gelukkige moeder die tooneelen ontvlugten. De koorts gaf haar kracht. Zij sprong uit het bed, en zou naar buiten geijld zijn maar nog voor zij de deur bereikt had, be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1870 | | pagina 200