120
Welk een gezigt voor den reeds zoo diep geschokten
man Bij den eersten aanblik kan hij een raauwen gil
niet onderdrukken; hij wankelt en dreigt te vallen. Maar
hij vermant zich. Hij vliegt naar zijne Louise hij legt
de band op haar hart. Goddankzij leeft Hij tilt haar
op, brengt haar weer te bed, wascht haar hoofd en pol
sen, en weldra opent zij de oogen. Maar ze is zwak, zeer
zwak. Ze tracht te sprekenmaar het is haar onmogelijk.
Er zijn echter geen woorden toe noodig om haar man te
doen begrijpen, dat ze naar haar kind vragen wil. O,'tis
wreed haar te moeten te leur stellen; maar 't is toch on
mogelijk haar de waarheid te verbergen. Haar nog langer
in de onzekerheid te laten, zou misschien nog gevaarlijker
zijn, dan haar alles te zeggen.
Vragende ziet ze hem aan. Hij haalt den brief, dien
hij geheel verfrommeld in den zak had gestoken, voor den
dag; hij is overtuigd, dat ze hem verstaat; haar blik zegt
dat genoeg. Met bevende stem begint hij te lezen; hij
durft zijn vrouw bijna niet aanzien, om de uitwerking,
die zijn woorden op haar maken, waar te nemen; maar
toen hij geëindigd had, en zij dus alles wist, toen kon
hij zich niet langer bedwingen, en luid snikkend viel hij
haar om den hals.
't Was een smartelijk tooneel, die beide echtgenooten
die zonder een woord te spreken hun leed aan elkanders
harten uitstortten; niets verbrak de doodsche stilte dan het
hartstogtelijk snikken.
De schokken, die het zenuwgestel van de arme moeder
had ondergaan, waren intusschcn te hevig geweest. Spoe-