130 Die eene vooral moet wel op iedereen indruk maken, en ze schijnt liet te weten ookze heeft een allerinnemendste manier van koketeren. Dat roode dasje doet de lelie blankheid van den hals allerliefst uitkomen; de mouwen zijn juist zoodanig uitgesneden dat de schoone vormen van den arm zich op de voordeeligste wijze vertoonen; en dan dat mondje, en vooral die oogen, waarmee ze zoo ver leidelijk kan kijken, 't is waarlijk een lust om te zien. Als ik niet zoo'n goeden leidsman bij mij had als gij zijt, dan zou ik haast zeggen, dat het gevaarlijk is om hier lang te blijven staan, en toch men zou zich op zoo'n enkel punt bijna een halven dag met kijken kunnen amu seren. Maar er is nog zooveel te zienlaten wij maar verder gaanlater zien wij misschien onze schoone nog wel terug. Als onze wandeling op de groote tentoonstelling eens werkelijkheid wasdan zou zoo'n los opgeworpen plan om de een of andere plek, die ons bijzonder geboeid heeft, later nog eens op te zoeken, waarschijnlijk eerst eenige dagen naderhand worden ten uitvoer gebragt. Laten wij dus veronderstellen, dat het inderdaad eenige dagen ver anderd is, en dat wij ons weêr in de nabijheid van de wafelkraam bevinden. Het gedrang is lang zoo sterk niet meer, als toen wij er voor de eerste maal waren. Waar zou dat aan toe te schrijven zijn? Spoedig is het raadsel opgelost; wij behoe ven nog maar weinige schreden te naderen, en wij zien, dat onze lieve wafelmeisjes remplapanten hebben gekregen, die minstens genomen tweemaal zoo oud zijn. Bijna met een huivering wenden wij ons af; die verandering doet ons

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1870 | | pagina 208