7 strijden. De vrolijke en uitdagende krijgsmuziek wekt hem op; zijn geestdrift en die zijner kameraden, voor de goede zaakmaken hem een helden op zulk een oogenblik zou hij de grootste gevaren willen trotseren om toch vooral vooruit te gaanen de gewapende bespringers van zijn Vaderland onder de oogen te zien. Zijn zelfverloochening en trouw aan zijnen eed komen hem in dit deel zijner roeping vooral ook te pas, wanneer hij op een eenzame post dagen lang den vijand moet af wachten, hem eindelijk ziet verschijnen, en dan weder dagen lang eene bijna hopelooze verdediging moet volhou den, die hem voortdurend met levensgevaar bedreigt, met- het vooruitzigt, dat hij toch eindelijk zal moeten bukken, en dan de schande moeten ondergaan, zich krijgsgevangen te geven; of wel dat hij er het leven bij zal laten, en op het veld van eer snevenzonder andere vruchten van zijnen moeden zijne volharding te plukken, dan den roem na te laten van eene getrouwe en naauwgezette pligtsbetrachting. Daagt er dan geen hulp meer opis dan zijn laatste hoop op ontzet en overwinning vervlogenverschijnt er dan geen lichtpunt meer in den donkeren nacht, waarin hij staart, dan moet zijne onderworpenheid aan de krijgstucht en de trouw aan zijnen eed hem te hulp komen; gedachten aan huis, aan geliefden, aan Vaderland, alles moet achter staan voor die strenge tucht; en clie opoffering, die zelf verloochening juist moeten achting op.wekken voor den stand waartoe wij zeiven behooren, waarin wij nog wel kort zijn opgenomen, maar waarin wij veel, zeer veel hopen te worden; en dien wij als het hoogste op aarde liefhebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1870 | | pagina 85