34
'kWou ook wel een middel weten
Waardoor 'kme geheel cureer.
,'tls te gek om van te spreken,"
Hoor ik reeds uit uwen mond,
Maar de lijder roept u tegen
,'kWou dat gij 't eens ondervondt
Laatst lag 'kop het ziekbed neder,
Door de koorts ter neer geveld
Wakend lag ik weêr te droomen;
Uren waren heengesneld
Plotsling hoor ik zachte toonen
'tls de wals: „kus schoner Zeit!"
Eensklaps zie ik mij verplaatsen
Groote God! is 'twerkelijkheid
Op 'tCasino! aan het walsen!
Zij zweeft in mijn armen rond
'kVoel kaar adem, 'thart haar kloppe
God! wat ik toen ondervond
Was mijn zaligst uur op aarde
'kHield met kracht mij overeind,
Smaakte lang dat zoet genoegen,
Dat ook even ras verdwijnt.
Met een flink accoord besloten
Was de wals reeds uitgespeeld,
Maar nog zat ik voort te droomen
Vóór me had ik steeds haar beeld
Plotsling val ik neêr op 'tkussen,
Juist toen 't beeld m'omhelzen wóu
Wreed gestoord door deze woordeu:
„Jonker! briefjes voor 'tgebouw?"