49
Wanneer mengeroepen uit een vrij en vroolijk leven
uit de schoonste streken van Holland of Limburg, inden
Helder aankomt, maakt dc plaats waarlijk geen gunstigen
indruk. De lange reis, door streken waar men weinig
huizen, geen boomen, doch meest uitgestrekte weilanden
ziet, geeft den indruk, als of men van de wereld is afge
scheiden. Het droevige weer, dat men er gewoonlijk heeft,
maakt de stemming niet opgewekter. Al moge ook het
gezicht van de prachtige, ruime zee, van de tallooze bont-
bewimpelde masten, den Hollander, met zijn traditioneele
liefde voor de zeevaart, verzoenen; dat alles vergoedt een
Limburger de woeste, schilderachtige natuur van zijn ge
boortegrond niet.
Bijzonder schoon is het gezicht op het Havenhoofd, als
de plaats voor eenige uren in rust ligt, als de maan haar
zacht schijnsel werpt op de groote watervlakte
Aan de linkerzijde ligt de dijk met zijn sombere bat
terijen daar vóór ons flikkeren de lichten der schepen
op de reede, rechts die der in de haven geankerde; verder
op verschijnt en verdwijnt het draailieht van den Texel-
schen vuurtoren. Op dit hoofd heeft reeds menig schip
den afscheidsgroet van het vaderland ontvangen. Wanneer
een oorlogsvaartuig de haven verlaatbeantwoordt het wacht
schip met zijn geschut het saluut, en op het hoofd staat
het muziekkorps om het een laatst vaarwel toe te roepen.
De flinke bemanning staat op het dek en laat een luid
i-hoera!" hooren. Doeken wuiven van den oever en van
het schip, en groeten worden gewisseld, totdat het uit het
gezicht verdwijnt.
Van verschillende zijden werd het verblijf in den Helder
4.