64 leunende op zijn rechter arm en geheel verdiept in een boek, dat voor hem lag. Hij las zeker een sombere pas sage, die zijn ziel geheel vervulde, want een pijnlijke trek ontsierde zijn anders open maar ernstig gelaat. Hij was zoo verdiept in zijn lectuur, dat hij niet eens het kloppen op de deur, en de luidruchtige stemmen, die zich daar buiten deden hooren, opmerkte. De deur werd geopend en drie van zijne vrienden traden al lachende binnen. "Verschrikt keek de bewoner van de kamer op en ik her kende in hem denzelfden Willemwiens illusien zoo spoe dig verdwenen waren. Zij schenen echter eenigzins terug gekomen te zijn, want hij zag er vroolijker uit, dan toen ik hem met zijn vriend Karei op en neer zag wandelen; en aangenaam klonk mij zijn wedergroet aan de vrienden in de. ooren. Kom Willemroept Kareidie nog dezelfde levenslus tige onbezorgde jongen is gebleven en die de wereld slechts van haar lichtzijde opneemt, je moet meê, het is muziek in Tivoli en de geheele G'sche beauté gaat er naar toe, ik zou nu dat boek maar laten rusten. Geduld Karei, nog eenige regels, dan heb ik het hoofdstuk uit. Wat boeit dat boekje toch, de schrijver stelt alles zoo natuurlijk voor, als of je zelf het onder vindt. Hoe jammer dat wij in onze taal zoo weinig goede romans hebbendat wij die zoo dikwijls bij den buitenlander moeten gaan zoeken. Hoe goed zou het niet voor het volk zijn dat zij degelijke boeken van schrijvers uit haar midden hadden, zou dat het niet opbeuren uit den staat van on wetendheid waarin het nu verkeert; zou dat het niet be schaven en het hart veredelen. Kom, draaf nu maar niet door en lees je hoofdstuk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1871 | | pagina 130