G5 maar uit, en dan vlug je pet op en je sabel om en de deur uit; want anders is het te laat om al de sclioonen de revue te laten passeeren, en dan zie je je blonde Louise met haar deftigen dikken vader niet aankomen, en kan je hem niet hooreu roepen »Jan, twee stoelen, een tafeltje, een glaasje advokaat met een haagsch beschuitje en mijn bittertje.'' Je denkt stellig Karei, dat ik er zoo opgesteld ben om dat den ouden heer van Gulik te hooren zeggen. Neen, niet om dat door hem te hooren zeggeu maar om de bevallige houding en blauwe oogen van de blonde Louise te zien, voor dat zij gaat zitten en haar gezichtje meteen blosje afwendt als ze je ziet. Je hebt toch wonderlijke gedachten, Karei, of denk je dat ik eenigen indruk op haar gemaakt heb, ik, die haar maar een paar maal op een bal gesproken heb. Nu, je kan nooit weten hoe een koe een haas vangt. Dank je voor het compliment ons beiden aangedaan. Ah, je bedankt ook voor haar, ik had het dus niet zoo geheel mis Daar klonken de toonen van het orgel der naastbijge- legen roomsche kerk door het stille luchtruim en vervul den mijn ziel geheel. Ik werd in den geest in die kerk verplaatst. Ik zag er voor het altaar geknield een jong- mensch als officier gekleed, en een blondlokkig meisje van ongeveer twintig jaar. Liefelijk klonken mij de laatste toonen van het orgel nog in de ooren, toen ik met lang- zatnen tred den eerwaardigen geestelijke zag naderen. Doodsche stilte heerschte onder al de toehoorders. Yol en helder klonk de stem van den geestelijke toen hij de plechtige woorden uitsprak: „Broeder, zweert gij bij 5.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1871 | | pagina 131