67 Het orgel liet zijn zachte en welluidende tooneu weder liooren, terwijl het jeugdige echtpaar met vrienden en be kenden de kerk verliet. Louise, roept "Willem in het naar huis gaan uit, einde lijk zijt gij dan mijn lief vrouwtje. O, moge de hemel ons nog lange jaren voor elkaar sparen. Ja Willem, dat zal hij, want nooit heeft'hij een paar op aarde gezien dat elkaar meer beminde dat gelukkiger was dan wijzoo wreed is hij nietdat hij dat geluk zal sto ren en de band, die ons zoo vast verbindt, meedogenloos van een scheuren. Maar Louise doet het je geen leed je familie, daar je al je lief en leed mee gedeeld hebt, nu zoo voor goed vaar wel te zeggen en mij alleen te volgen. Zou ik zoo geluk kig zijn dat verlies je geheel te doen vergeten. Maar Willem! Het orgel van de naastbij gelegen kerk hield op te spe len, en mijn geest werd door de stilte, die daaruit voort sproot, in eens uit haar mijmeringen opgewekt. Mijn God, dacht ik, welk een schat hebt gij ons toch in de miiziek gegeven. Welk een. invloed oefent zij niet op den meusch uit. Hoe veredelt zij niet het harten be schaaft zij niet den geest. Bestaat er een kunst, die bij de muziek te vergelijken is? bevat zij niet alles in zich? De grootste componisten, drukten zij niet hunne gedach ten, gevoelens en zielsaandoeningen alleen door de muziek uit? Zijt gij bedroefd? welnu de muziek beurt u geheel op en sleept u zoo mede, dat gij niet meer in het werke lijke, maar in het idealistische rondzweeft. Is uw gemoed in opstand? welnu de muziek bedaart u, en stemt u tot zachter gedachten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1871 | | pagina 133