49
Doch ter zake, en storten wij ons moedig in den
maalstroom der gebeurtenissen.
Om te beginnen met het begin nemen wij eerstl Januari.
Hoewel die dag voor ons zich in niets onderscheidde
van anderen, werd toch door het vriezend weder de
weg gebaand tot het ijsvermaak, dat wij voor het
eerst mochten genieten op dezelfde plaatsen als die
waar Breda's burgerij zich vermaakte, zonder zooals
vroeger, op een' beperkte baan binnen het gezicht
van het gebouw te moeten blijven. De permissie er
toe werd met milde hand zoolang mogelijk gegeven.
Maar na regen komt zonneschijn en na vorst komt
dooidie zich dan ook niet lang deed wachten en ver
gezeld van mist en regenweldra alle sporen van den
grijzen winterkoning uitwischte en ons in de gewone
eentonigheid deed vervallen. Een aangename avond
van afwisseling werd hierin echter gebracht door het
concert, dat op den 16den Januari door de Kadets in
den schouwburg alhier werd gegeven ten voordeele der
armen, en dat door een talrijk publiek werd bijge
woond. Mocht de uitvoering aller goedkeuring weg
dragen dan danken wij dit vooral aan den loffelijken
ijver van onzen kapelmeester P. F. Baetens, die
vooral aan het strijk-orchest zijne onvermoeide po
gingen wijdde. Jammer dat dit orchest, dat ons zoo
menigen genotvollen avond verschafteten gevolge
der bezuinigingsmaatregelen zijne opheffing nabij is.
Wij gaan verder en stuiten dan het eerst op
's Konings verjaardag, 19 Februari. Volgens oude
gewoonte bracht een onzer kameraden een heilwensch
uit op den Vorst en zijn huis, waarmede, zooals uit
4