51 Mocht dan ook dit artikel ons eerst voorkomen als de vrucht eener opgeschroefde verontwaardiging, latei- laadde het al den schijn op zich van grove partij digheid toen van eenige studenten der Polytechnische school te Delftwaarvan velen als toekomstige civiele beambten, in onze Koloniën als rechter moeten op treden, hetzelfde feit bekend werd, zonder dat de Nieuwe Rotterdammer zich daarover eenigzins gebelgd toonde. Niemand, dan die met blinde antipathie te velde trekt tegen al wat militair is, zal toch willen be weren dat het zenden dier kaartjes een toejuiching was van een zoo blijkbaar onrechtvaardige vrijspraak. .Daar zijn echter, helaas! velen in ons land die omdat zij met weerzin belastingen opbrengen voor iets, waarvan zij geen direct nut zien, alles aangrijpen wat maar eenigzins dienen kan om het leger en wat daarop betrekking heeft in een slecht daglicht te stellen. Sommigen onzer, die eene terechtwijzing in een of ander blad wilden doen plaatsen, werden dan ook daarvan teruggehouden door de gedachte, dat dit als eene verontschuldiging zou worden aangemerkt, eene verontschuldiging, die na zulk een aanval volstrekt onnoodig zou zijn. En nulaat ons afstappen van een onderwerpdat ons reeds te lang heeft beziggehouden, en gaan wij de verdere gebeurtenissen na. Werden we met Kerstmis in onze hoop op verlof teleurgesteld, te aangenamer was daardoor de met Paschen gegeven vergunning, om voor korten tijd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1871 | | pagina 57