53 maandzag' met hopeloos verlangen naar het einde er van uit of troostte zich met de woorden y>Es kann ja nicht immer so bleiben.'" En dat kon liet ook nietwant toen de maand Juni verscheen en de laatste examendag achter den rug waswierp ieder met een gevoel alsof hij een steen van zijn hart wentelde, de hoeken ter zijde, om ze vooreerst niet weêr te zienmaar slechts te denken aan de genoegens van het aanstaande kamp. Dit werd den 4den Juni betrokken onder eene ont zettende regenbuidie het zoo welgemeende afscheids woord van onzen hooggeachten Gouverneur letterlijk in het water deed vallen. Dóór en dóór nat aan gekomen diende deze eerste dag niet om ons van het kampleven een aanlokkelijk denkbeeld te geven. Die eerste indruk werd echter door het bestendige goede weder weldra uitgewischt, terwijl ook de Kamp- Kommandant, de Kapitein Hojel, al het mogelijke deed om ons het verblijf aldaar niet alleen nuttig, maar ook zoo aangenaam mogelijk te maken. Weinige dagen na het betrekken van het kamp werd de uitslag van de overgangs-examens van het tweede studiejaar bekend. Die uitslag was, vooral in vergelijking met het vorige jaarvrij gunstig te noemen. Eenigen tijd later werd ook die der eind examens van het hoogste studiejaar bekend; voor velen leverde zij eene hoogst aangename verrassing opdaar het bleek dat alle kadets die aan het examen hadden deelgenomen, in al hunne vakken voldoende waren bevonden. De Gouverneur gaf dan ook zijne hooge tevredenheid te kennen over den aan den dag

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1871 | | pagina 59