2
niet mannen die de hen gegevene bevelen uit vrees voor
straf opvolgden, en die dan nog niets anders deden dan
het hun bevolene, zonder daarbij den minsten ijver aan den
dag te leggen; niet mannen, die zeiden: ,/wat kunnen wij
tegen een leger als het Pruissische beginnenzulke man
nen, als ik ze zoo mag noemen, riep ik toe: /,kan het lot
van een Leonidas dan niet het onze zijn kunnen wij niet
sterven
En zou zulk een toestand in het leger niet te veran
deren zijn? Ja, waarde lezer, ja! en laat toch de navol
gende woorden tot de uwe worden, wend toch, in welke
betrekking gij ook geplaatst zijt, geheel uwen invloed aan,
om de gedachte van algemeene dienstpligtigheid meer en meer
veld te doen winnen, rust niet voor dit groote doel be
reikt zal zijn.
Denk niet, dat niet ieder de groote offers beseft, die
er van u zullen gevergd worden; maar indien gij nog Ne
derlanders, nog de oude Nederlanders zijt, dan zal elk
offer van u geëischt tot verdediging van dat land, door
uwe vaderen aan de golven ontrukt en door u met zoo
veel zorg bewaard, ligt worden.
Laat varen die bedriegelijke klanken, „het is nog vrede;"
juist omdat het vrede is en ons vaderland zich lang in
het genot daarvan heeft mogen verheugen, moest de in-
rigting van het leger uitmuntend zijn.
Denk niet, dat wanneer het krijgsrumoer eens ons volk
opschrikt, het nog tijd zal zijn. Neen! Gij en ik weten
zeer goed, dat onze natie geene militaire natie is. Va
derlandsliefde in zulke tijden helpt zeer weinig, soldaat
zijn is alles, en het laatste wordt men niet in eens, maar