s slechts door aanhoudende oefening en studie; vaderlands liefde en soldaat zijn, zamen verbonden, leveren echter de schitterendste resultaten, die de geschiedenisrollen aan de vergetelheid ontrukt hebben. Het is opmerkenswaardig, dat niemand krachtdadig aandringt op de invoering der algemeene dienstpligtigheid en deed hij ditzouden dan nog zijne pogingen eenige kans van slagen hebben? Dit beantwoordt gij zeker, waarde lezer, even als ik, met //neen." En waarom dit neen? Het spruit daaruit voort, dat de Nederlander onbekend is met zijn toestanden zich veilig waant achter zijne liniën doch wat zijn liniën, al zijn zij nog zoo schoon en uit muntend, zonder goede soldaten; het zijn en blijven nut- telooze zakenen zullen eens bij eene verovering in zulk een toestand, ons de verachting van vriend en vijand op den hals halen. Wat zal de bitterste smart ons baten, wanneer eens vreemde legermagten onzen dierbaren grond bezettenen dat wel door eigen schuldBitter zal dan de wroeging zijn, doch men was te voren gewaarschuwd en berouw zal dan niet meer baten. Dekken wij ons niet met het verledene, met het onvergetelijke jaar 1672 die tijden zijn voorbij. Wie had ooit in het begin van dit jaar gedacht, dat zoo plotseling de oorlog tusschen Pruissen en Erankrijk zou uitbarsten? Huivert gij, die nog Nederlandsch bloed in de aderen hebt, niet bij de gedachte, dat ook eens ons vaderland plotseling in een oorlog kan gewikkeld worden? En wat zal in den toe stand, zooals hij nu is, ons deel zijn? De Hollandsche, de aloude vlag, steeds geëerbiedigd, steeds gezocht, zinkt dan en wel door onze eigen schuld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1871 | | pagina 69