Op! gij Nederlanders! toont dat gij nog mannen zijt; laat ook eens van u even als van de Pruissen gezegd wor den: ,/das Yolk in Waffen." Ik haal hier Pruissen aan, en menigeen trekt mis schien zijne schouders op, en zegt: //Hoe zwaar drukken ook niet de offers die de veldslagen van het volk vergen, hoe menige familie, van welken stand en rang ook moet zich daar niet in rouwgewaad hullen?" Ik stem u toe, waarde lezer, de offers daar gebragt slaan dubbele wonden, doch zijn ook niet de verkregene uit komsten schitterend Ons vaderland zal zich waarschijnlijk moeten bepalen tot een verdedigenden oorlog, dus de strijd zal steeds een grootsche zijn, en zoudt gij niet met mij instemmen dat de tranen, die gij misschien eens zoudt schreijen over hen, die op het veld van eer voor vader land en vorst hun leven lieten, rijkelijk zouden opgewogen worden door de gedachte, dat zij vielen voor het hoogste, dat de Nederlander hier beneden bezit, zijn Vaderland en Vorst. Door de algemeene dienstpligtigheid echter zal een leger gevormd worden dat, aangevoerd door een der dierbare vorsten van Oranje, zal weten te overwinnen of te sterven. Doch de algemeene dienstpligtigheid heeft ook een on metelijk grooten invloed op het maatschappelijk leven, een invloed, die niet uit het oog mag verloren worden. Door de algemeene dienstpligtigheid toch zullen mannen van verschillende standen, beschaafden en onbeschaafden, in de gelederen naast elkander komen te staanwat zal het gevolg er van zijn? De onbeschaafde zal zien dat er nog veel aan hem ontbreekt, en de ijver om het ontbrekende aan te vullen zal bij hem aangewakkerd worden; terwijl de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1871 | | pagina 70