16
veel geluk zijn. In een' sprong staat Marie aan de voor
deur, haar tranen zijn gedroogd, maar een doodelijke bleek
heid overdekt haar gelaat. Bevend neemt zij den brief
aan, leest bet adres en herkent de hand van haren Willem.
,/God, heb dank!" is alles wat zij kan uiten en roerloos
staat ze op het adres te staren. Pak u weg, brievenbe
steller, want ziet ge dan niet dat zij zoo buiten zich zei
ven is van vreugde, over de redding van haren Willem,
dat zij u straks, voor haar beminde zal aanzien? Maar ge
hebt nog geen geld en die brief kost twee kwartjes. Geld?
morgen zal zij u geld geven, zooveel zij maar heeft, maar
nu, nu moet ze weg, naar Moeder, naar al hare vrienden
zeggen dat Willem gered is, dat hij spoedig komt, om
zijn Marietje in de armen te drukken.
Niet waar, brievenbesteller, zulk een brief brengt ge
gaarne, en als men u morgen binnenroept om uwe twee
kwartjes te ontvangen en een kop koffie te drinken, als
gij die twee lieve handjes op uwe schouders voelt, dan
vergeet ge menig barsch woord, dat u dien dag is toegeroepen
dan voelt ge, dat er toch nog iets schoons is in brieven
besteller te zijn
En nu, lezer, ik zou nog talrijke voorbeelden kunnen
aanhalen, waaruit ge zien zoudthoe verschillend die
brievenbode beoordeeld wordt. Ik zou u kunnen aantoo-
nen, welke verschillende gewaarwordingen een enkele brief
kan opwekken, vreugde, smart, wanhoop zelfs. Ja ook
wanhoop. Ik heb het gezien, en dit is nu eens een waar
woord, hoe een vader van een talrijk gezin aan de wan
hoop ten prooi was, toen een brief hem het laatste middel
afsneed om in de behoeften der zijnen te voorzien. En