42 altijd in plaats van mij to vervelen, en rnijnemoeder Lezerik kan u zeggen dat ik vol wasen mij aan Thomas gehecht begon te gevoelen maar toen hij zei- de »en mijne moedertoen merkte ik dat er tranen te voorschijn zouden komen. Schaamde ik mij voor die tranenof was er iets anders dat ze mij deed verber gen Ik weet het niet, of eigentlijk weet ik het wel, maar wil het liever maar niet zeggen. Tinggelinggeling ging hethet was de hel voor- de koffie, die mij naar huis riep. »Nou Thomas", zei ik, la ter van je moeder, hè?" Graag menheer." Bewees dat ook iets goeds voor Thomasdat hij graag van zijne moeder sprak? Ik zat stil en treurig gestemd aan de koffietafelde les die ik had opgedaan van den oude was dan ook wel de moeite waard om ze nog eens in mijn eigen op te zeggen. Ik kon niet etenwant telkens als ik op zag naar mijn vader, was het als las ik een verwijt in zijne oogen als zeiden die oogen mij «gij zult niet als Thomas na mijn dood altijd aan mij denken" en de blik van moeder scheen te vragen: «spreekt ook gij gaarne van mijzult ge het altijd gaarne doen Nauwelijks was de koffie afgeloopen, of ik spoedde mij naar den tuin en zocht mijn ouden vriend op. Hij scheen mij te wachten en de vreugde in zijn oog, toen hij mij bemerkte, bewees dat het «graag menheer," geen ijdele klank geweest was. Ik was dan ook nog drie pas van hem af, toen hij reeds begon«Mijn moeder was zulk een goed mensch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 100