48 dag zouden plaats hebben. Wij stapten er dadelijk heen om eene keuze voor den avond te doen, doch dit was gemakkelijker gezegd dan gedaan; wij konden het namelijk met ons zeiven niet eens worden, van welk der ontelbare amusementen gebruik te maken. Nog was het niet tot eene beslissing gekomen, toen een zeer fashionable gekleed heer ons uiterst beleefd vroeg of wij hem wellicht den weg konden wijzen naar het Walhalla Theater, hij toch was vreemdeling en eerst 4 dagen geleden uit Hanover te Berlijn aangekomen. Ik gaf hem hierop te kennen, dat, hoe graag ik hem anders zou willen terechtwijzen, mij dit onmogelijk werd, daar ook ik vreemdeling in deze stad was. Hierna begon ook hij de affiches te bestudeeren, dat spoedig hem scheen te vervelen, ten minste hij richtte zich tot ons en vroeg of wij reeds eenige merkwaardig heden bezichtigd hadden. Ik beantwoordde deze vraag ontkennend, waarop hij mij vooral aanbeval het tuighuis niet over te slaandaar dit zeer merkwaardig was. Hij schilderde ons dit gebouw zoo mooi af, dat wij onwillekeurig opwekking gevoelden, om maar aanstonds daar heen te gaan, te meer daar dit arsenaal slechts eenige minuten verwijderd was; doch al dadelijk wer den wij teleurgesteld door de verklaring, dat het tuig huis slechts Dinsdags, Donderdags en Zaterdags voor vreemdelingen geopend was. Hij zeide ons echter dat zoo wij hem de eer wilden aandoen met hem op te wan delen, hij bij den concierge alle pogingen zou aanwen den om ons toch het belangrijkste te doen zien. Dit aanbod werd natuurlijk gretig aangenomen, daar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 106