5:i afwisselend geluk voortgezet, doch mijn reisgezel en ik weigerden het gedane verzoek, om ook eens ons gelukte beproeven. Dit nam echter niet weg, dat ik stilzwijgend de kaarten volgde; en wel met dat gevolg, dat ik steeds goed raadde. Dit, benevens de blinkende thalers en hoop jes papieren geld, die reeds op de tafel lagen, deden in mij een bijna onweêrstaanbaren lust ontstaan om o»d< eens een Thaler te wagen. Hoe licht toch, redeneerde, ik, kan vrouw Fortuna mij eens gunstig zijn, en wie weet of ik straks niet met een buidel geld huiswaarts keer. Na nog een paar partijen afgewacht te hebben waarhij de zwarte kaart weer door mij geraden werd haalde ik een papiertje van 10 Thaler te voorschijn; het was het eenige, dat mijn vriend en ik bij ons hadden, daar wij nooit veel op zak medenamenuit vrees voor zakkenrollers; ik wierp het op tafel. Met zeer veel juistheid volgde ik nu natuurlijk de plaatsverwisseling der kaarten, en keerde daarna zeker van mijne zaak, eene der drie om. Doch voor mij on begrijpelijk, vertoonde zich hartenboer aan mijn verbaas de blikken. »Dit was echter nietsmerkte een der heeren aan, ik moest slechts volhouden, want zeker zoude ik wel een vofgende maal schoppen boet* keeren. Dit was nu heel mooi in theorie; ik had wel is waar veel ambitie om mijn geld terug te winnen, doch daartoe was een eerste vereischte weêr 10 Thaler voor den dag te bron gen, en ik bezat nog slechts een 20tal silbergroschen. Ik zeide dan ook, dat mijn wil goed was, doch de stof ontbrak, doch dit wilde men niet gelooven: men zag ons zeker voor rijke Engelschen aan, waarvan Berlijn toen wemelde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 111