54
Daarna wendden zij alle pogingen aan om mijn vriend
die hardnekkig weigerde te spelen, te bewegen, mij ten
minste die som te leenen; doch daar ik kashouder was,
zoo was het hem natuurlijk onmogelijkmij bij te springen.
Men speelde intusschen door, met dat gevolg, dat ook
011 ze geleider een 30 Thaler verloor. Ik hoopte nog steeds
in de gelegenheid te zullen komen revanche te nemen
doch op welke wijze, dat wist ik niet, toen eensklaps
een heerdie over mij zatmet het voorstel voor den
dag kwam om mij te borgen. Hiervan wilde ik eerst
niets hooren maar toch nam ik het aan iets dat mij
later steeds gespeten heeft. Hij gaf mij 50 Thaler, niet
op mijn naam, maar alleen op mijne verklaring, dat ik
logeerde »Hótel du Nord, n°. 92." Hij zou dan straks
met ons mede gaan, om het geld in ontvangst te ne
men. Toevallig lag nu bij dengene, die de kaarten had,
een gelijke som, en deze vroeg, mijne 50 Tlialer tegen
de zijne te wagen. Hoewel ik nog nooit zoo grof ge
speeld had als daar strakszoo nam ik iets dat ik mij
nooit heb kunnen verklaren, dit met gretigheid aan.
Ik keerde nu met groote onverschilligheid als of ik
een geboren speler wasop nieuw een der kaarten om
en ziet, ik had nogmaals verloren, en wel eene som van
circa 90 Hollandsche gulden.
Toen die heeren mij aanraaddennu maar uit te
scheidendaar het geluk mij van daag niet gunstig
scheenontwaakte ik als het ware uit een droomen
begreep ik dat ik meer dan één gulden verloren had.
Wij verlieten nu dadelijk dit ongelukshuisin gezel
schap van mijn schuldeischer en van hem, die er ons
had gebracht.