in ontvangst te nemen. Hierna verliet hij ons zoo spoe dig mogelijk, en liet ons alleen. Zijne verwijdering was als het ware, een steen van mijn hart. Wij zochten nn dadelijk een droschke op en waren na twintig mi nuten in ons logement. Gedurende het eerste uur bleven wij nu maar te huis zitten want het vooruitzicht om onze reis met eenige dagen te zullen moeten verkorten was niet bijster ge schikt om ons op te monteren. Na nog eens de wederwaardigheden van dezen mórgen gevolgd te hebben begreep ik de oorzaak van het ge- heele ongevaldoch kon toen ook niet begrijpen dat ik niet vroeger argwaan had gekoesterd. Waarde lezer, gij zult, naar ik denk, ook reeds begrepen hebben, dat de voorkomende Hanoveraan deel uitmaakte van eene ver- eeniging, die zich ten doel stelt, vreemdelingen te Berlijn in hunne valstrikken te lokken. Zijne taak was om on bekenden met een zoet lijntje naar de een of andere af gelegen plaats te brengen, waar zijne vrienden zich be vonden. Hij was dan ook tamelijk goed in staat om die rol te vervullen ten minste wij hadden tot op het laatste oogenblik in hem niemand anders gezien, dan den voor komenden Duitscher. Om 4 uur was ik volgens afspraak te huis, doch wie er kwam, mijn schuldeischer niet: dit verwonderde mij zeer, doch ik was overtuigd, dat hij wel den volgenden dag zou komen. ik deed nu maar of er niets onaangenaams was voor gevallen en amuseerde mij zoo goed mogelijk. Natuurlijk gingen wij dien avond niet naar Croll's

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 114