GO De proza. Familiën vergaderd bij het knappende vuur, angstig wachtend op het oogenblik waarop de klok zal verkon den dat men naar bed kan gaan want de oogen vallen toe maar neen ik meen waarop men opstaat om elkander te wenschen al wat wenschelijk is enz. enz. Volle herbergenschoten die vallen, serenades met fakkellicht. En den dag van morgen al de gevolgen van die twaalf slagen. Handjes in de kerk van de menschen in uwe bank, in de bank voor u en in de bank achter u. Elke tien pasdie ge doeteen welgemeenderegelrecht uit het hart komende wensch van iemanddie eens met u een half uur in de trekschuit heeft gezetenof met wien ge eens in 't café pot hebt gespeeld. Groote prentenuitdeeling van askarlieden en brandbijthakkers een wolkbreuk van kaartjes en visitesbedelarij op groote schaal. Maar halt! Ik houd immers ook wel van uw proza, Oudejaarsavond zelfs in den vorm van saucijzenbroodjes met punchof oesters met ale A. A. B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 118