67
bidden, doch kon mijne gedachten niet bij het gebed
houden,
Pedro.
Kom bij mij, Annitalaat ons elkander geruststellen
en zooveel mogelijk van onze bijeenkomst genieten.
Annita.
Pedro als ge dan toch ongerust zijtwaarom gaat gij
dan op reis, is er dan geen mogelijkheid omStil,
wat hoor ik daar, 't is alsof iemand in onze nabijheid
zich bewoog; zou men ons beluisteren?
Pedro.
Ach neen dat geloof ik nietde wind zal eenige bla
deren bewogen hebben.
Annita.
Laat ons liever dieper in den tuin gaan: ik vrees dat
men ons hooren zal.
Annita en Pedro af).
Tweede tooneel.
Vasco (lagcliende).
Ja, juffertje, uw vrees was niet ongegrond: ge zijt
onvoorzichtig geweestzeer onvoorzichtig zelfs. Ge hebt
vergeten dat uw getrouwe en onderdanige Vasco over
u waakte.
Maar komlaat ik partij trekken van mijne ontdek
king; ik geloof niet dat Papa-lief heel in zijn schik zal zijn.
(Hij opent de deur en roept).
Mijnheer, Mijnheer, er zijn dieven in den tuin: de
ramen staan open, en ik heb hooren spreken.
•N