60
Del Monte.
Nu, mijn kind, 't zal een loos alarm geweest zijn. Sluit
uwe vensters, want het is koud, en ga Aveder te bed.
Ik zal mij ook weder ter ruste begeven.
Vierde toon eel.
Del MonteVascoJuan Rodrigez (door de tuindeur
binnenkomende), Pedro (verborgen).
Juan.
Vergeef mij, waarde heer, als ik u in uwe rust kom
storen. Ik moet u spreken over eene zaak van het hoog
ste gewicht.
Del Monte.
Wel nu, ik luister reeds, (tot VascoGa maar naar
uw kamer, Vasco!
Juan.
Onder het huiswaarts keeren van een feest bij een
mijner vrienden hoorde ik praten en voetstappen in uw
tuin. Naar de stemmen te oordeelen waren het twee
personen.
Del Monte.
En hebt gij de stemmen herkend
Juan.
Als ik mij niet bedrieg was het uwe dochter Annita
en Pedro de Sellazar. Beter gezegdik ben er zeker
van; want ik heb hun geheel gesprek afgeluisterd.
Geen van beiden kan ontsnapt zijn; Sellazar moet zich
ten minste nog in den tuin bevinden.