71
Juan.
Ook als ik u niet alleen zeg, maar ook bewijs, dat
hij tot de ijverigste aanhangers van Juarez behoort. Ook
als ik u zeg en bewijs, dat zijne reis naar zijne bezit
tingen niets is dan een voorwendsel om zich bij dien
rebel te vervoegen.
Del Monte.
Waar zijn die bewijzen? Als ze niet goed zijn, jaag
ik u mijn huis uit als een schurk.
Juan.
Hier hebt gij een brief van Sellazar aan Juarezwaarin
hij belooft uiterlijk overmorgen bij hem te zullen zijn.
Gelooft ge mij nu
Del Monte.
Ja, ik moet helaas; 'tis zijn hand.
Juan.
Zal liij ook nu nog uw schoonzoon worden?
Del Monte.
Neen, bij God, dat nooit! Ik zag mijne dochter liever
sterven, dan dat ik haar als vrouw zag van een Juarist.
Gijen niemand dan gijzult haar huwen.
Juan.
En als zij ,hare toestemming niet geven wil
Del Monte.
Wat kunnen mij hare grillen schelen. Zij zal uw vrouw
worden. Ik beveel 't haaren zij moet gehoorzamen.
Juan.
Ik dank u, mijnheer, voor deze woorden; gij doet mijn
hoop herleven. Nogtans zon ik mijne vrouw niet door
den dwang haars vaders willen verkrijgen, Zij zal mij